Sacrale Neuromodulatie (SNM)
U vindt hieronder meer informatie over de behandeling van blaascontroleproblemen: de indicaties, het werkingsmechanisme, de proefbehandeling, implantatie, voorzorgsmaatregelen en antwoorden op veel gestelde vragen.
Heeft u bijkomende vragen? Neem gerust contact op met uw arts.
1. Indicaties
Er zijn verschillende soorten blaascontroleproblemen:
Bij overactieve blaas met urineverlies (aandrang-incontinentie) heeft u mogelijk:
- Urineverlies als u een sterke drang voelt om naar het toilet te gaan
- Urineverlies als u niet snel genoeg toilet bereikt
- Urineverlies bij het drinken van zelfs maar een klein beetje vloeistof of bij het horen of aanraken van stromend water
Bij overactieve blaas zonder urineverlies (aandrang-frequentie) heeft u mogelijk:
- Regelmatige en oncontroleerbare aandrang om te urineren
- De neiging om vaker dan normaal naar het toilet te gaan (>7keer per dag)
- Het gevoel dat uw blaas niet helemaal leeg is, zelfs als u net naar het toilet bent geweest
Bij urineretentie (vasthouden van urine) heeft u mogelijk:
- Langere periodes die u op het toilet doorbrengt, maar alleen een zwak, druppelend straaltje urine plast
- Urineverlies (overloop incontinentie)
- Geen gevoel dat uw blaas vol is
- Een katheter nodig om uw blaas te legen
2. Werkingsmechanisme
Sacrale neuromodulatie werd ontwikkeld in de vroege jaren tachtig van de vorige eeuw en is sinds 1994 goedgekeurd in Europa.
Sacrale neuromodulatie draag bij aan het herstel van de normale zenuwactiviteit waardoor u normaal kunt plassen. Bij deze therapie wordt gebruik gemaakt van een geimplanteerde neuromodulator. Dit apparaatje geeft, via een geimplanteerde electrode, lichte electrische pulsen af aan een zenuw die vlak boven uw stuitbeen ligt. Hierdoor kan men terug een betere communicatie bekomen tussen het zenuwstelsel en de blaas.
Sacrale neuromodulatie wordt uitgevoerd in 2 fasen :
- De eerste fase bestaat uit een proefbehandeling met een uitwendige stimulator, waarbij wordt nagegaan in welke mate de therapie een positief effect heeft op uw symptomen.
- Indien de proefbehandeling effectief is gebleken, stelt uw arts u voor om over te gaan tot de tweede fase, nl. het plaatsen van een definitieve implanteerbare neuromodulator.
3. Proefbehandeling
De proefbehandeling is een tijdelijke fase waarin wordt gemeten hoe effectief SNM is in uw dagelijks leven. Het is de enige methode om een indicatie te geven van het effect die de behandeling bij u kan hebben op de lange termijn.
Hoe is de proefbehandeling opgezet?
In uw onderrug wordt een electrode (een dunne draad) ingebracht in de buurt van de zenuwen die van invloed zijn op uw blaas. Deze electrode wordt vervolgens aangesloten op een externe stimulator, die lichte electrische pulsen afgeeft aan de zenuwen. Deze ingreep duurt normaal gesproken minder dan een uur.
Hoe voelt de stimulatie aan?
Het gevoel dat iemand ervaart tijdens de stimulatie verschilt per persoon. De meesten beschrijven de stimulatie als een licht “trekkend”, “tintelend” of “kloppend” gevoel in hun bekkenbodemgebied (rond de vagina-balzak of anus of peri-anaal) of in de grote teen. De stimulatie mag niet hinderlijk of pijnlijk zijn en kan worden aangepast. Na verloop van tijd kan er enige gewenning ontstaan waarbij u de stimulatie minder duidelijk voelt. De stimulatie kan te allen tijde, op ieder moment worden aangepast.
Zorg dat al uw vragen door uw arts worden beantwoord en dat u goed weet hoe het systeem werkt voordat u naar huis gaat.
Wat moet ik doen als ik thuis ben?
Afhankelijk van de indicatie en techniek kan de proefbehandeling een aantal dagen tot een aantal weken duren. U kunt gewoon uw dagelijkse dingen blijven doen en schrijft daarbij alle symptomen op in mictielijsten of plasdagboek. Vermijd zware lichamelijke activiteiten tijdens de proefbehandeling, omdat daarbij de electrode van zijn plaats zou raken. Vermijd bukken, strekken of het optillen van zware voorwerpen.
Uw vervolgafspraak
Nadat de proefbehandeling is afgerond, heeft u een nieuwe afspraak met uw arts of verpleegkundig specialist. Dan wordt gekeken naar uw mictielijsten of plasdagboek, om te bepalen of uw klachten zijn verminderd en om vast te stellen of de behandeling geschikt is voor u. Als de proefbehandeling geen succes is, wordt de electrode verwijderd.
Veel gestelde vragen over de proefbehandeling
- Kan ik tijdens de proefbehandeling werken?
In principe wel, behalve als u bij uw werk zware lichamelijke inspanning moet verrichten.
- Mag ik mijn mobiele telefoon gebruiken?
Ja dat levert geen probleem op.
- Kan ik onder de douche of in bad gaan?
Bespreek dit met uw arts. Een bad nemen kan niet. We raden u aan om uzelf te wassen met een spons of een washandje.
- Mag ik sporten tijdens de proefbehandeling?
Nee, beperk uw lichamelijke activiteiten, aangezien bij sporten de electrode van zijn oorspronkelijke plaats kan raken.
- Moet ik mictielijsten (plasdagboek) invullen?
Ja, tijdens de proefbehandeling moet u de mictielijsten (plasdagboek) invullen. Probeer deze zo volledig en nauwkeurig mogelijk in te vullen, want het wordt gebruikt om te bepalen hoe effectief de behandeling is.
- Mag ik sex/geslachtsgemeenschap hebben?
Wij raden u af om tijdens de proefbehandeling sexueel actief te zijn, omdat de electrode erdoor van zijn plaats kan raken. Met een permanent geimplanteerd systeem is sex/geslachtsgemeenschap wel mogelijk na enkele weken na de implantatie.
- Is de proefbehandeling weer terug te draaien?
Ja, de proefbehandeling kan worden teruggedraaid. De stimulatie kan elk momen worden stopgezet en indien nodig de electorde worden verwijderd.
4. Implantatiefase
Wat gebeurt er tijdens het implanteren?
Tijdens deze fase wordt een implanteerbaar apparaat (ook neuromodulator genoemd) gekoppeld aan de electrode. Deze wordt bovenaan in de bil geplaatst en is van buitenaf niet zichtbaar.
Wat gebeurt er na het implanteren?
Vervolgens wordt de neuromodulator geprogrammeerd via een programmeeraparaat dat boven de huid wordt gehouden. De neuromodulator blijft vanaf dat moment permanent in werking.
U krijgt tevens een draagbaar patiëntenprogammeerapparaat mee, waarmee u het stimulatieniveau kunt aanpassen en de neuromodulator aan of uit kan zetten. Neem deze mee bij uw vervolgafspraken.
Er wordt ook een identificatiebewijs opgemaakt die u best steeds bij u draagt en aan het medisch personeel laat zien voordat bij u onderzoeken of behandelingen worden gedaan.
Normaal gesproken maakt uw arts vervolgafspraken met u om te kijken of de instellingen voldoende effect hebben en om deze eventueel aan te passen.
5. Voorzorgsmaatregelen
Medische ingrepen en apparatuur
Vertel uw arts of tandarts dat bij u een neuromodulator geimplanteerd is, voordat u medische onderzoeken of behandelingen moet ondergaan.
Met de juiste voorzorgsmaatregelen hebben de meeste medische handelingen en routineonderzoeken, zoals fluoroscopie of rontgen, geen invloed op de neuromodulator.De volgende medische apparatuur en behandelingen kunnen echter wel een negatieve invloed hebben op de neuromodulator
- MRI van het lichaam
- Defibrillatoren
- Lithotripsie (bv. verguizing van nierstenen)
- Bestralingsbehandelingen die boven de neuromodulator plaatsvinden
- Radiofrequente/microgolf ablatie
- Apparatuur voor echografisch onderzoek
Het is ook belangrijk om uw arts te vertellen dat u een blaasneuromodulator heeft voordat bij u diagnostisch onderzoek wordt gedaan met behulp van bewakingsapparatuur, zoals een electrocardiogram (ECG), een holtermonitor, een electro-encefalogram (EEG) of een implanteerbare hartmonitor. De pulsen van uw neuromodulator kunnen namelijk het signaal verstoren dat uw arts gebruikt voor diagnose. In dergelijke gevallen kan de stimulatie tijdens het onderzoek worden uitgeschakeld.
Commerciële apparatuur
Commerciële elektrische apparatuur (bijvoorbeel booglasapparaten, inductieovens) en hoogspanningsleidingen kunnen als u er te dicht in de buurt komt, leiden tot storingen in uw neuromodulator. Vertel uw arts wanneer u in de omgeving van dergelijke apparatuur werkt.
Antidiefstalpoortjes en screeningsapparatuur
Screeningsapparatuur op luchthavens of de antidiefstalpoortjes in winkels, warenhuizen of bij banken kunnen ertoe leiden dat de neuromodulator wordt uitgeschakeld of ingeschakeld. Maakt u zich daarover geen zorgen. Het heeft geen invloed op uw instellingen.
Zet uw neuromodulator weer aan met behulp van uw afstandsbediening. Om mogelijke problemen met de screeningapparatuur op de luchthavens te vermijden, kunt u eventueel uw identificatiebewijs laten zien en het verantwoordelijk personeel verzoeken of u niet door het screeningapparaat hoeft. Als u wel door een antidiefstalpoortje of apparaat voor veiligheidsscreening moet lopen, schakel uw neuromodulator dan uit, loop naar het midden van het screeningpoortje en loop er normaal doorheen.
Contra-indicatie!
Voorafgaand aan een operatieve ingreep, dient de neurostimulator afgezet te worden.
Wie een blaasneuromodulator geïmplanteerd heeft gekregen kan niet worden behandeld met behulp van therapeutische diathermie (ook niet als de neuromodulator uit staat!). Gebruik dan ook nergens op het lichaam kortegolfdiathermie, microgolfdiathermie of therapeutische ultrageluiddiathermie (alles aangeduid met diathermie).
Veel gestelde vragen over de blaasneuromodulator op de lange termijn
Hoe groot is de blaasneuromodulator?
4,4 cm x 5,1 cm x 0,8 cm, 22g
Kunnen mensen zien dat ik een neuromodulator heb?
Aangezien het apparaatje zich helemaal onder de huid bevindt, kunnen andere mensen het niet zien
Wat doe ik als de stimulatie onaangenaam wordt?
Als de stimulatie een onaangenaam niveau bereikt, verlaag dan het stimulatieniveau met behulp van uw patiëntprogrammeerapparaat.
Lig ik ’s nachts wakker van de stimulatie?
Nee, dat is niet de bedoeling. Als dat wel het geval is, neem dan contact op met uw arts.
Kan SNM gebruikt worden tijdens de zwangerschap?
Of deze therapie veilig is voor gebruik tijdens de zwangerschap of bevalling, is niet vastgesteld. Als u denkt dat u (mogelijk) zwanger bent, schakel uw neuromodulator uit en overleg met uw arts.
Kan ik na het implanteren van mijn neuromodulator nog seks hebben?
Ja, dat levert geen beperkingen op voor uw seksuele activiteit.
Is een magnetron een apparaat dat de normale werking van de neuromodulator verstoord?
Meestal niet. De meeste huishoudelijke apparatuur heeft geen invloed op de werking van uw neuromodulator.
Kan de batterij van de neuromodulator opgeladen worden?
Nee, de batterij kan niet opgeladen worden. De batterij is geïntegreerd in de neuromodulator en is daarom niet oplaadbaar.
Wat gebeurt er als de batterij van de neuromodulator leeg raakt?
Hierdoor verandert de electrische stimulatie en deze heeft daardoor minder effect. Hierdoor kunnen uw klachten terugkeren. Dit is echter normaal en geen reden om u zorgen te maken. Neem contact op met uw arts als u voelt dat de stimulatie verandert (minder intensief, intensiever of anders) of uw klachten terugkomen. Uw arts controleert de batterij en besluit of de neuromodulator eventueel moet worden vervangen. Uw afstandsbediening waarschuwt u ook als de batterij van uw neuromodulator leegraakt.
Zal sacrale neuromodulatie mij beperken in mijn normale activiteiten?
Normaal gesproken zijn er geen beperkingen in uw gebruikelijke activiteiten. Vermijd echter activiteiten waarbij u plotseling, sterk of regelmatig moet buigen, draaien, springen of rekken, zeker als dat kort na de operatie gebeurt. Deze bewegingen kunnen schade toebrengen aan de geïmplanteerde electrode of van invloed zijn op de geïmplanteerde neuromodulator. Neem contact op met uw arts als u zich zorgen maakt of vragen heeft over deze of andere activiteiten. Bewegingen hebben meestal geen invloed op het gevoel dat de stimulatie geeft. Bij snelle bewegingen of veranderingen van houding kan de geïmplanteerde electrode echter verschuiven. Dit kan aanvoelen als een plotselinge toename van de stimulatie, zonder dat het stimulatieniveau is aangepast. Als de stimulatie op enig moment een onaangenaam niveau bereikt, verlaag dan het stimulatieniveau met behulp van uw afstandsbediening of schakel de stimulatie uit. Vertel uw arts over eventuele kenmerkende of terugkerende problemen.
Is het gevoel tijdens de proefbehandeling anders dan het gevoel na implantatie van de neuromodulator?
Vaak is dat vergelijkbaar maar er kan mogelijk een verschil zijn in de plaats en de intensiteit van de stimulatie. In de regel is er geen verschil in het effect van de therapie.
Moet ik de stimulatie af en toe uit zetten?
Nee, de stimulatie werkt continue op de manier zoals die door uw arts of verpleegkundige is geprogrammeerd.
Heeft u nog vragen of bemerkingen in verband met deze onderwerp?
Aarzel dan niet om uw arts te contacteren.
Urologie (route 51) 057 35 72 00, secheelkunde@yperman.net